Programmaplan

Participatie

Wat hebben we ervoor gedaan?

Wmo
Begeleiding volwassenen en hulp bij het huishouden
De invoering van het abonnementstarief ingaande 1 januari 2019 gaat gepaard met een aanzuigende werking met betrekking tot maatwerkvoorzieningen in de Wmo. Concreet vertaalde zich dit in een toename van het aantal meldingen en aanvragen binnen de Wmo. Met name op het gebied van huishoudelijke hulp zien we een stijging van de aanvragen van circa 25% vanaf 1 januari 2019 t/m 31 december 2020. Met betrekking tot de maatwerkvoorziening begeleiding zien we bij een gelijkblijvende vraag een afname in de hoogte van de afgegeven profielen. Dit komt door een strikte toepassing van beleid door de toegang die is ingezet vanaf het 2e kwartaal 2020. Dit leidde bij begeleiding tot een afname van de kosten van ruim € 500.000 ten opzicht van de uitgaven 2019. In verband met de coronacrisis en het in stand houden van voorzieningen zijn aan zorgaanbieders garantieomzetten betaald. Bij de hulp bij de huishouding maakten de betreffende aanbieders hier geen gebruik van.

Algemene voorzieningen
In 2020 maakten we als gemeente gebruik van de aanvraag van extra middelen voor de ambulantisering GGZ. In 2020 ontvingen we voor deze middelen (€ 50.000) voor de inzet van begeleidings- en dagbestedingsactiviteiten binnen onze eigen gemeente.

Participatiewet
Bijstandsverlening/ re-integratie
De uitkeringen, alsmede de bijzondere bijstand, zijn in 2020 wederom rechtmatig en tijdig verstrekt.

MensOntwikkelBedrijf
Het MensOntwikkelBedrijf (MOB) is verder doorontwikkeld. De bezetting is verder uitgebreid waardoor meer mensen worden begeleid richting werk. De intake van de uitkering wordt samen met het MOB opgepakt waardoor de het traject richting werk meteen kan worden ingezet.
Het uitkeringsbestand is verder in kaart gebracht waardoor ook hier gerichte acties worden ingezet om mensen naar werk toe te leiden.

Veel aandacht is besteed aan het inzetten van instrumenten zoals de loonkostensubsidie en het beschut werk. De inzet van de loonkostensubsidie steeg in 2020 van 24 in 2019 naar 51 in 2020. In het kader van het beschut werk is de opgelegde taakstelling van zeven banen volledig gehaald. Zes banen zijn ingevuld bij Westrom en één baan rechtstreeks bij een werkgever.

Ondanks deze inzet is het uitkeringsbestand licht gestegen. Per 1 januari 2021 worden 332
uitkeringen verstrekt, per 1 januari 2020 waren dit 322 uitkeringen.

Zelfstandigen
In het kader van de coronacrisis is de uitvoering van de Tijdelijk Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers bij de gemeente neergelegd. Voor deze regeling zijn 791 toekenningen geweest, waarbij het in 24 zaken om een kapitaalverstrekking ging. De overige toekenningen betrof uitsluitend levensonderhoud.

Sociale Werkvoorziening
De uitvoering van de sociale werkvoorziening ligt bij Westrom. Vanuit Leudal zijn ook nog een veertigtal inwoners werkzaam bij Noord Limburg West (NLW) in Venray en de Risse in Weert.

In 2019 is een onderzoek geweest naar verbetermogelijkheden bij Westrom. Het uitvoeren van deze maatregelen leidden in 2020 tot goede resultaten bij Westrom. Ondanks de coronacrisis werd beter gepresteerd en kon de gemeentelijke bijdrage naar beneden worden bijgesteld.

Wat heeft het gekost?

Participatie

(bedrag x 1.000)

Primitieve begroting 2020

Begroting na wijziging 2020

Geboekt 2020 t/m periode

Realisatie - begroting

Lasten

Collectief aanvullend vervoer

482

585

458

-127

Welzijnswerk

594

606

594

-12

Algemeen Maatschappelijk Werk

873

906

758

-148

Loketvoorzieningen lokaal

251

301

285

-16

Advisering Wmo

13

8

4

-4

Clientondersteuning

31

31

23

-8

Inkomensvoorzieningen

6.413

5.373

5.123

-250

Levensonderhoud

195

3.240

6.579

3.339

Sociale zekerheidsregelingen

171

173

149

-24

Begeleid werken

3.846

4.133

4.130

-3

Re-integratie

640

880

907

27

Materiele voorzieningen Wmo

929

1.390

1.233

-157

Volwassenenbegeleiding

5.418

6.247

6.557

310

Opvang en beschermd wonen volwassenen

69

72

67

-5

Baten

Collectief aanvullend vervoer

0

-61

-29

32

Welzijnswerk

0

0

0

0

Algemeen Maatschappelijk Werk

-231

0

-50

-50

Loketvoorzieningen lokaal

0

0

0

0

Advisering Wmo

0

0

0

0

Clientondersteuning

0

0

0

0

Inkomensvoorzieningen

-5.364

-5.271

-5.452

-181

Levensonderhoud

-155

-3.114

-6.894

-3.780

Sociale zekerheidsregelingen

0

0

0

0

Begeleid werken

0

0

0

0

Re-integratie

0

0

0

0

Materiele voorzieningen Wmo

-11

-11

-6

5

Volwassenenbegeleiding

0

-215

-291

-76

Opvang en beschermd wonen volwassenen

0

0

0

0

Mutatie reserves

238

77

224

147

Collectief aanvullend vervoer
Doordat we het afgelopen jaar te maken hadden met het COVID-19, maakten minder personen gebruik van het aanvullend vervoer. Hierdoor zijn de vervoerskosten beduidend minder. De vervoerskosten worden jaarlijks door Omnibuzz afgerekend. Tegenover de lagere vervoerskosten van € 126.700 staan ook lagere eigen bijdragen van € 31.500 dan geraamd.

Algemeen maatschappelijk werk
In 2020 maakten we als gemeente gebruik van de aanvraag van extra middelen voor de ambulantisering GGZ. Deze middelen (€50.000) ontvingen we in december 2020 en waren daarom niet in de begroting opgenomen. De gelden zijn ingezet ter dekking van de gemeentelijke uitgaven voor de inzet van begeleidings -en dagbestedingsactiviteiten.

Het subsidiebedrag (€180.000) dat nog resteert (€ 147.500) voor het SZH/Mariabosch is, net zoals voorgaande jaren, via de gecommitteerde reserve overgeheveld naar 2021. Een gedeelte van de €180.000 euro is ingezet (in overleg met bestuur SZH) voor het komen tot een Raad van Toezicht, waarmee aan de bedrijfsvoering de nodige juridische, zorg en bedrijfsmatige kwaliteit is toegevoegd.

Hulpmiddelen
De uitgaven van de reguliere hulpmiddelen vallen € 64.100 lager uit dan de actuele raming. In de 1e rarap is dit budget structureel opgehoogd met € 100.000. De verwachting blijft dat deze structurele ophoging nodig is voor 2021.

Woningaanpassingen
Bij woonvoorzieningen zien we tevens een toename van het aantal aanvragen van ca. 15%. Daarnaast zien we ook de landelijke en stijgende bouwkosten alsmede een oorzaak van de stijgende kosten binnen dit budget. Deze bouwkosten zijn over de periode van 2018 tot heden met ca. 15% gestegen (bron BouwkostenIndex.nl).
In de 1e en 2e rarap is het budget voor de woningaanpassingen bijgeraamd voor in totaliteit         € 277.000. Ten opzichte van de actuele raming zijn de werkelijke uitgaven € 86.900 lager uitgevallen. Dit komt doordat een aantal grotere woningaanpassingen pas in 2021 worden afgerond en de facturatie ook dan pas volgt. Bij de 2e rarap was nog ingeschat dat deze woningaanpassingen in 2020 gerealiseerd werden.

Volwassenbegeleiding / Hulp bij de huishouding
De reguliere uitgaven voor begeleiding hebben de raming met € 186.700 (ZiN en Pgb) overschreden. Dit is inclusief de garantieomzetten die betaald zijn aan zorgaanbieders van in totaliteit € 54.500. In de begroting is met de garantieomzetten geen rekening gehouden omdat de afrekening pas in 2021 plaatsvond.  Daarnaast ontvingen we als gemeente ook een bijdrage vanuit Venlo van € 84.600. Deze gelden hebben betrekking op de individuele begeleidingsactiviteiten. Ook met deze ontvangsten is in de begroting geen rekening gehouden (pas in december 2020 bekend) en dit leidt dus tot een voordeel.

Bij de hulp bij de huishouding zien we een toename 25% vanaf 1 januari 2019 als gevolg van het abonnementstarief. Bij de 2e rarap is het budget daarom bijgeraamd. Uit de jaarrekening blijkt een restant van € 119.200 negatief (ZiN en Pgb). Bij de hulp bij de huishouding zijn geen garantieomzetten betaald.

In de 1e kwartaalrapportage zoals deze is gepresenteerd in de commissie sociaal van 1 maart 2021 was de inschatting € 74.487 negatief voor Wmo. Dit is gebaseerd op de geprognosticeerde uitgaven van het collectief vervoer, woningaanpassingen, begeleiding en hulp bij de huishouding (excl.de eenmalige vergoeding vanuit Venlo). De realisatie van deze budgetten is € 59.700 negatief.

Participatie c.a.
Inkomensvoorzieningen/levensonderhoud
In 2020 zijn de uitkeringen levensonderhoud voor zelfstandigen opgenomen in het BUIG budget.

Het aantal uitkeringen is laag gebleven. Hierdoor zijn de uitgaven voor de uitkeringen lager geweest dan geraamd. Door de Tozo regeling is het gebruik van de voorzieningen voor zelfstandigen beperkt gebleven.
Bij de tweede Rarap is reeds een bedrag van € 350.000 afgeraamd. Per saldo zijn de uitgaven voor uitkeringen per 31 december 2020 € 240.100 lager dan in de nieuwe begroting opgenomen.
De Rijkssubsidie (BUIG budget) is € 193.000 hoger vastgesteld dan oorspronkelijke geraamd.

Zowel bij de uitkeringen als bij de zelfstandigen zijn de terugbetalingen hoger geweest dan geraamd (€ 42.800). De intensivering van de terugvorderingsactiviteiten leidt in deze tot een verbeterd resultaat.

De inhuur voor de externe deskundigen in het kader van de bijstandsverleningen zelfstandigen is € 25.500 lager geweest. Door de aanvragen Tozo is het aantal Bbz aanvragen lager geweest.

In de afwikkeling debiteuren ontstaat een voordeel van ad € 95.400 (excl. armoedebeleid ad € 40.500 voordeel). Jaarlijks wordt een bedrag voor dubieuze debiteuren vastgesteld. Dit bedrag kan naar alle waarschijnlijkheid niet worden geïnd bij de debiteuren (bijv. als gevolg van verhuizing naar buitenland, deelnamen aan WSNP of faillissement). Tot 2020 werd bovendien voor het restant bedrag aan openstaande vorderingen nog 15% als oninbaar aangemerkt. Door deze berekening werd dubbel rekening gehouden met bedragen die oninbaar zijn. Vanaf 2020 wordt uitsluitend rekening gehouden met het vastgestelde bedrag aan dubieuze debiteuren. Een dubbele aftrek vindt niet meer plaats. Het voordeel wordt dus veroorzaakt doordat een lagere reservering noodzakelijk is.

Tozo
In het kader van de Tozo regeling zijn door het Rijk voorschotten verstrekt. Op basis van deze voorschotten zijn de uitgaven begroot. Het aantal aanvragen voor deze regeling zijn weliswaar talrijk geweest maar qua verstrekte bedragen beperkt gebleven. Hierdoor zijn bedragen zowel in de baten als de lasten niet besteed. Voor de Tozo regeling geldt dat niet bestede bedragen terugbetaald dienen te worden aan het Rijk. Deze terugbetaling is verwerkt in de jaarrekening. Per beschikking wordt een vast bedrag van het Rijk ontvangen voor de gemaakte uitvoeringskosten. De totale vergoeding bedraagt € 364.000. Aan inhuur van externe deskundigen is op dit onderdeel € 11.400 betaald. De inkomsten en uitgaven waren niet geraamd omdat dit vooraf niet in te schatten was.

Re-integratie
De uitgaven voor de re-integratie zijn € 30.000 hoger omdat meer trajecten zijn ingezet om tot
uitstroom te komen. De hogere uitstroom leidt tot lagere uitkeringen.

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2021 09:27:33 met de export van 05/28/2021 13:46:47