Paragrafen

Financiering

Renteschommelingen hebben niet alleen gevolgen voor de rentelasten of - opbrengsten bij het aantrekken dan wel uitzetten van gelden, maar ook voor de koersen van obligaties. Hieronder worden de onderscheiden risico's nader toegelicht.

1. Renterisico
Beheersing van het renterisico op korte schuld geschiedt door de kasgeldlimiet en op langlopende schulden door de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
Met deze limiet wil de wetgever voorkomen dat uitsluitend kortlopende leningen worden afgesloten. Het aantrekken van dit type leningen is aantrekkelijk wanneer de rente erg laag is. Het risico van een stijgende rente bij herfinanciering is daarmee in verhouding groot. Daarom is bepaald dat gemeenten maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mogen gebruiken voor kortlopende leningen.

Wanneer zich in drie achtereenvolgende kwartalen een overschrijding voordoet, moet de gemeente maatregelen nemen (zoals het aantrekken van langlopende geldleningen). Gezien de historisch lage rente op kortlopende geldleningen zal de kasgeldlimiet zo goed mogelijk worden benut. De looptijd van de lening is afgestemd op de vrijval van een positie in de beleggingsportefeuille.

(bedrag x 1.000)

Kasgeldlimiet

1e kwartaal 2020

2e kwartaal 2020

3e kwartaal 2020

4e kwartaal 2020

Begrotingstotaal per 1 januari

82.087

82.087

82.087

82.087

Limiet percentage

8,50%

8,50%

8,50%

8,50%

Netto vlottende positie

Vlottende schuld

1.173

9

14

93

Vlottende middelen

-894

-4.534

-12.322

-11.096

Onder- overschrijding normbedrag

Renterisiconorm
Deze norm draagt bij aan een zodanige opbouw van de langlopende leningenportefeuille dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassingen en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Het totaal aan aflossingen en herfinanciering mag jaarlijks maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal. Door een goede spreiding van de looptijd wordt flexibiliteit in de toekomst behouden tegen zo laag mogelijke rentekosten.

(bedrag x 1.000)

Renterisico

Begroting 2020

Realisatie 2020

Begrotingstotaal per 1 januari

80.229

104.838

Limiet percentage

20,00%

20,00%

Rente herziening

Aflossingen

5.676

6.276

Onder- overschrijding normbedrag

Liquiditeitsrisico
Dit is het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om onze financiële verplichtingen te voldoen. Gemeente Leudal werkt vanuit totaalfinanciering. Dit betekent dat alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat we ons op de geld- of kapitaalmarkt begeven.
Een goed inzicht in het verloop van inkomsten en uitgaven leidt tot een betere sturing op de benodigde liquiditeiten voor de komende jaren, de aan te trekken externe financiering en de ontwikkeling van de rentekosten.

Gemeenten zijn in het kader van schatkistbankieren verplicht hun overtollige liquide middelen boven het drempelbedrag aan te houden in de rijksschatkist. Door deze maatregel hoeft het Rijk minder geld te lenen op de financiële markten en zal de staatsschuld dalen.

Dit drempelbedrag bedraagt afgerond 0,75% van het begrotingstotaal (zijnde € 616.000). Verder is er de mogelijkheid overtollige middelen uit te lenen aan andere decentrale overheden.

(bedrag x 1.000)

Financieringspositie per

Begroting 2020

Balans 1-1-2020

Balans 31-12-2020

Activa

Vaste activa

128.667

124.262

119.743

Grondexploitaties

3.681

4.960

4.082

Passiva

Reserves

61.374

64.270

63.883

Voorzieningen

4.170

4.079

4.168

Langlopende geldleningen

56.589

59.589

58.314

Bij aanvang van het begrotingsjaar werd een theoretisch financieringstekort berekend van afgerond € 10 miljoen. Ten minste als alle voor de meerjarenbegroting opgenomen investeringen volgens planning worden uitgevoerd.

De uitvoering van de investeringen bleef achter bij de prognose, zodat in 2020 kon worden volstaan met het aantrekken van een langlopende lening op de kapitaalmarkt tot een bedrag van € 5.000.000.

Koersrisico

Dit is het risico op een daling van de marktwaarde van de financiële activa. Dit risico loopt elke belegger. Omdat onze gemeente de “Essent-gelden” heeft belegd in obligaties zijn de koersrisico’s op het einde van de looptijd beperkt. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de balans zijn de obligaties gewaardeerd tegen de aankoopprijs indien deze lager lag dan de nominale waarde en tegen de nominale waarde wanneer de aankoopprijs hoger lag. Wordt niet verkocht voor de einddatum dan is er nauwelijks sprake van een koersrisico.
Onze vermogensbeheerder volgt de marktontwikkelingen nauwlettend en informeert de gemeente hierover periodiek.

Daarnaast staat de Wet Schatkistbankieren alleen mutaties in de beleggingsportefeuille toe onder de strikte voorwaarde dat de gemiddelde looptijd van de portefeuille niet wijzigt. Door de ingezette beleidslijn van uw gemeenteraad wordt de beleggingsportefeuille stapsgewijs afgebouwd. Dit heeft tot gevolg dat de liquide middelen die de komende jaren naar de gemeente vloeien in het kader van de afronding van de Essent verkoop niet herbelegd worden. In plaats daarvan worden die vrijvallende middelen aangewend als intern financieringsmiddel.

(bedrag x 1.000)

Beleggingen

Begroting 2020

Realisatie 2020

Nominale waarde

22.567

22.567

Vrijval nominale waarde

-5.710

-5.710

Transacties

-9.399

Gerealiseerde boekwinst beleggingen

-278

-1.976

Geldlening

Verstrekte hybride lening aan Enexis

3.017

Aflossing

Vrijvalkalender

(bedrag x 1.000)

Jaar

Belegging

Boekwinst

2021

1.420

2022

3.730

2023

2024

2025

1.900

150

2026

408

22

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2021 09:27:33 met de export van 05/28/2021 13:46:47